Tijdens mijn onderzoek naar hoogbegaafdheid en ondernemen las ik in een wetenschappelijk artikel deze omschrijving:
‘Within business research, entrepreneurship is typically defined as the process of discovery/co-creation, evalution, and exploitation of opportunities to produce goods and services’[i].
Mij viel direct op dat deze omschrijving niets zegt over de vorm waarin je onderneemt.
En dat toch terwijl de vorm waarin je onderneemt, een belangrijk kenmerk is van de werkomgeving die je voor jezelf creëert. De goede vorm kiezen is onderdeel van wat Robert Sternberg wijsheid noemt: je intelligentie en creativiteit inzetten om bij te dragen in het algemeen belang[ii].
Welke vormen zijn er zoal? Heel grofweg zie ik drie mogelijkheden.
Een echt bedrijf
Dineke*[iii] houdt van complexe organisatiepuzzels en helpt managers om die op te lossen. Daarin was ze zo succesvol dat ze zelf het werk niet aankon.
Ze besloot een bureau te beginnen, huurde een mooi kantoorpand en had in een paar jaar tijd zo’n twintig medewerkers.
Voor Dineke is haar bedrijf de manier om al haar klanten van dienst te zijn. De verantwoordelijkheid voor haar medewerkers hoort erbij. Het risico ook. Zonder dat geen ondernemer, vindt ze.
De eerste groep ondernemers zijn mensen die een ‘echt bedrijf’ opzetten vanuit het niets. Met een eigen kantoor, met medewerkers, met investeringen in apparatuur en onderzoek en ontwikkeling.
Deze groep bestaat grotendeels uit mensen die van aanpakken weten en risico’s aandurven. (Hoewel uit onderzoek blijkt dat ze dat weer heel gecalculeerd doen.) Ze hebben een neus voor kansen, grote daadkracht en ambitie en een zelfvertrouwen dat overtuigt. Mensen uit deze groep ondernemers zijn vaak uitgesproken over het feit dat zij de enige echte groep ondernemers zijn. (Dineke was daarop geen uitzondering.)
Een praktijk als professional
Joke* werkt al jarenlang in de medezeggenschap. Ze was ambtelijk secretaris van ondernemingsraden, kwam zo in contact met vakbonden en deed voor hen beleidsonderzoek. Ze schreef er pamfletten en boekjes over, die in kantoren verspreid over het hele land als best practice worden gebruikt. En ze is daar trots op.
Toen ik Joke vroeg naar haar ervaringen als ondernemer reageerde ze verbaasd: Waarom vraag je dat aan mij?
Voor mij is zij een ondernemer. Zelf ziet ze het gewoon als werk. ‘Voor eigen rekening en risico’ weliswaar, maar verder niet zo heel anders dan wat haar ‘collega’s bij de bonden doen.
Joke heeft een paar keer een mooie kans gezien voor zichzelf en ze soms zelfs eigenhandig gecreëerd. De afspraken die ze met haar klanten maakt moet ze wel zien na te komen. Voor haar inkomsten en de kosten die ze daarvoor maakt draagt ze helemaal alleen de verantwoordelijkheid.
Waarom het voor haar werkt? Omdat ze volledige autonomie ervaart in het werk dat ze doet en project voor project steeds weer een nieuw onderwerp kan oppakken op een terrein dat haar enorm interesseert.
De intrapreneur
Martin* is hoofd softwareontwikkeling bij een internetbureau. Hij staat aan wat hij de frontlinie noemt van de technologische ontwikkelingen op het terrein van de informatisering.
De klanten van het bureau waar hij voor werkt zijn ambitieus – ze willen een datagedreven organisatie worden. Ze willen hun concurrentiepositie versterken door dat sneller te doen dan anderen in hun sector. Daarvoor is het belangrijk dat je de juiste platformen kiest. En de juiste partner om daarop te ontwikkelen.
Zo is Martin dubbel aan het ondernemen. Hij is alert op de kansen voor nieuwe projecten voor zijn werkgever. En hij denkt strategisch mee met zijn klanten over hun kansen en hoe ze die in producten en diensten kunnen omzetten.
Martin krijgt elke maand gewoon salaris. Hij is geen ondernemer. Maar hij is zeker aan het ondernemen!
Ook in dienst bij een werkgever kun je heel ondernemend bezig zijn. Je krijgt er soms toegang tot klanten die je alleen niet zo gauw zo vinden. Je krijgt er een team bij waar je veel van kunt leren en soms bergen mee kunt verzetten.
Werken in loondienst kan ook nadelen hebben en als ‘hoogbegaafde ondernemer’ had je er misschien niet direct aan gedacht. Maar wat als je nagaat wat echt belangrijk voor je is? Is het dan ook geen optie meer?
Conclusie
Wetenschappelijk onderzoek naar ondernemen heeft geleid tot de conclusie dat het bestaat uit het ontdekken en creëren van mogelijkheden kansen en het ontwikkelen van producten en diensten om de behoefte die daaruit voortkomen in te vullen[iv].
Dat zegt dus niets over de vorm waarin je dit doet.
Er zijn grofweg drie vormen om te ondernemen: een ‘echt’ bedrijf oprichten, als professional een zelfstandige praktijk opzetten en in dienst gaan in een ondernemende functie bij een bedrijf of instelling.
De vorm waarin je werkt is één van de belangrijkste keuzes op weg naar het optimaal inzetten van je talenten. Als je je daarvan bewust bent, de juiste keuze maakt of bewust uitprobeert wat het beste pas, leg je de beste basis voor toekomstig succes als ondernemer.
[i] Entrepreneurial self-efficacy: A systematic review of the literature on its theoretical foundations, measurement, antecedents and outcomes and an agenda for future research. Alexander Newman, Marin Obschonka, Susan schwarz, Michael Cohen, Ingrid Nielsen. Journal of Vocational Behavior 110 (2019) 403-419. De auteurs ontlenen de omschrijving aan: The promise of entrepreneurship as a field of research; S Shane, S Venkataraman – Academy of management review, 2000 – journals.aom.org.
[ii] The WICS Model of Giftedness, Robert J. Sternberg; in: Conceptions of Giftedness, Second Edition; Edited by ROBERT J. STERNBERG and JANET E. DAVIDSON; Cambridge University Press 1986, 2005.
[iii] De namen in dit artikel zijn gefingeerd uit respect voor de privacy van deze personen.
[iv] Entrepreneurial self-efficacy: A systematic review of the literature on its theoretical foundations, measurement, antecedents and outcomes and an agenda for future research. Alexander Newman, Marin Obschonka, Susan schwarz, Michael Cohen, Ingrid Nielsen. Journal of Vocational Behavior 110 (2019) 403-419.